Johan Zwemmer (Commissie Borstlap): ‘Detacheerder is werkgever, geen flexleverancier’
2 oktober 2020, 14:07“Als de detacheerder echt toegevoegde waarde levert met zijn expertise is hij een ‘gewone’ werkgever.” Met deze geruststelling komt Zwemmer (lid Commissie Borstlap) detacheerders tegemoet. En hij kan op bijval rekenen van het CDA en de PvdA. Goed nieuws, ook al zal de praktijk iets weerbarstiger zijn.
Zwemmer deed de uitspraak afgelopen maandag tijdens de bijeenkomst ‘Dialoog over detachering’ in het Haagse Nieuwspoort, georganiseerd door de Vereniging van Detacheerders Nederland (VvDN). Via YouTube konden VvDN-leden de discussie volgen tussen hun voorzitter Maikel Pals, Johan Zwemmer (docent/onderzoeker Arbeidsrecht aan de UvA en lid van de Commissie Borstlap), Hugo-Jan Ruts (ZiPconomy) en de Tweede Kamerleden Hilde Palland (CDA) en Gijs van Dijk (PvdA).
De aanbevelingen van Borstlap hebben de nodige stof doen opwaaien. Ook onder detacheerders. VvDN-voorzitter Pals prijst de uitgangspunten van Borstlap, zoals het bieden van zekerheid aan werknemers en investeren in hun ontwikkeling, maar ziet dat Borstlap voorbij gaat aan detachering. “Als er één bedrijfstak is waar de nieuwe waarden van Borstlap al sinds jaar en dag centraal staan, is dat de detacheringsbranche. Het is mooi dat ze detacheren als blauwdruk nemen, maar in de uitwerking zien wij detachering nergens terug. Alsof wij geen duurzame werkgevers zijn.”
Lees ook: ‘Borstlap, waar blijft detacheren?’
Probleem is dat op dit moment een goed wettelijk kader voor detachering ontbreekt, legt Pals uit. “Voor de wet zijn wij uitzenders (en vallen wij onder de WAADI), maar dat zijn wij natuurlijk niet. In de verengde discussie over flex gaat het over ziek en piek voor uitzenden – en dat doen wij nou juist niet.” Binnen de voorstellen van Borstlap zou detacheren volgens Pals dan ook niet op rijbaan drie (uitzenden) thuishoren, maar op z’n minst ‘een eigen rijstrook’ moeten hebben.
Geen gerommel met contractvormen
Daar wil Zwemmer niets van weten. “Ga niet focussen op een rijbaan erbij, dat leidt alleen maar tot meer gerommel met contractvormen.” Daar wil Borstlap juist een eind aan maken. “Binnen de flexsector is een vertroebeling van specialismen, met in de periferie allerlei contractvormen, waarbij mensen wel bij een bedrijf werken maar daar niet in dienst zijn. Dat heeft geleid tot een wildgroei in atypische arbeidsrelaties.” Niet voor niets is de Commissie Borstlap daarom met de drie rijbanen gekomen. “Bij onze analyse van de arbeidsmarkt is het moeilijk iedereen tevreden te houden. Maar wij (Borstlap, red.) gaan uit van vijf bouwstenen, met drie rijbanen’. Dus kom met suggesties die daarbinnen passen.”
Detacheerder hoort op rijbaan één
“Als de detacheerder zich specifiek richt op zijn expertise – het opleiden en inzetten van (aankomend) specialisten – dan hoort hij op rijbaan één en is hij dus gewoon een werkgever”, stelt Zwemmer. Vrij geïnterpreteerd moet het bij detacheren dus in de kern gaan om het voorzien in een behoefte (inhuur expertise) die een opdrachtgever zelf niet kan vervullen. Bijvoorbeeld: de gedetacheerde die bij Philips werkt staat op loonlijst van Brunel (die als ‘gewone’ werkgever op rijbaan één thuishoort). Brunel als detacheerder levert een dienst (expertise) die Philips niet zelf in huis heeft. Dus de detacheerder moet niet alleen maar mensen leveren maar echt die toegevoegde waarde bieden. Dat is lang niet altijd het geval, zegt Zwemmer, die in de praktijk wel voorbeelden tegenkomt waarbij de detacheerder hier niet aan voldoet. “Veel mensen bij detacheerders zijn feitelijk uitzendkrachten, en die hebben dan niet de rechtsbescherming van een gedetacheerde.”
Het is volgens hem ook belangrijk dat je niet alleen op papier belooft zo te werken, maar dit in praktijk ook waarmaakt. Want die praktijk wordt gecontroleerd door de Belastingdienst of uitvoeringsinstantie (bijvoorbeeld om te beoordelen of je terecht niet in sector 52 bent ingedeeld waarvoor een hogere Whk-premie geldt.)
Maikel Pals reageert daarop door te wijzen op de strenge eisen die aan VvDN-leden worden gesteld. “Wij maken geen gebruik van uitzendconstructies, de meeste gedetacheerden zijn vast in dienst en detacheerders investeren minimaal 3% in opleiding en ontwikkeling.”
Voorbeelden genoeg van detacheerders die echt toegevoegde waarde leveren. Zo vertelde de eveneens aanwezige René Noordhof van Bender dat zij als detacheerder bij gebrek aan alternatieve opleiding zelf schuldhulpverleners opleiden om bij gemeentes aan de slag te gaan. Die gedetacheerden hebben vervolgens tevens de vrijheid later bij die gemeentes – in dit voorbeeld Gemeente Raalte – in dienst te treden.
Grens detacheren en uitzenden
Wanneer is iets detacheren volgens de definitie van Zwemmer en wanneer niet? Het is in de praktijk natuurlijk lastig om aan te geven waar de grens ligt, zo blijkt ook uit reacties van de aanwezige detacheerders. Karin van der Gragt van YoungCapital NEXT vraagt; “Wanneer ben je een specialist? Wij hebben veel jonge professionals, die wij opleiden maar ook als trainee bij een klant worden geplaatst en daar het vak leren, dat hoort bij onze core business.” Volgens de redenering van Zwemmer moet die gedetacheerde trainee op de werkvloer worden opgeleid door een senior gedetacheerde. Ook Jochem Kentgens (Quotratio) verwacht dat dit in werkelijkheid niet zo eenvoudig is. “Hoe verhoudt zich de praktijk tot wat wij hier nu vinden? Wanneer ben je werkgever in rijbaan één? Geldt dat ook nog als je tien jonge professionals ergens plaatst? Of val je dan onder rijbaan drie (uitzenden). Dat wordt nog spannend.”
Modernere gezagsverhouding
Heikel punt in de discussie blijft ook de gezagsverhouding. Volgens Zwemmer moet hier op een ‘modernere manier naar gekeken worden’. Als voorbeeld noemt hij een gedetacheerde schilder: ‘De opdrachtgever mag wel zeggen ‘het moet rood worden’ (opdracht), maar niet zeggen ‘je moet van onder naar boven schilderen, anders gaat het spetteren’ (expertise) – dat moet de detacheerder (als werkgever) doen.” Ook dat wordt lastig in de praktijk, weet Pals. “Natuurlijk is er sprake van gezag bij de opdrachtgever. Een gedetacheerde die bij een bank werkt heeft daar wel een manager die ergens een handtekening onder moet zetten.”
Hugo-Jan Ruts (ZiPconomy) voorziet dan ook nog wel serieuze obstakels. “Wat als de opdrachtgever, gedetacheerde en detacheerder alles volgens de richtlijnen van Borstlap afspreken en dan komt een externe instantie (Belastingdienst) en die zet er achteraf een (andere) stempel op?
“De aanbevelingen van Borstlap moeten door de politiek dus wel vertaald worden naar heldere criteria waarvan het voor de detacheerder duidelijk is dat hij daaraan voldoet.”
CDA: op hoofdlijnen eens met Borstlap
Beide aanwezige politici zijn positief over detacheren. “Detacheren hoort in rijbaan één, dat is nu bevestigd (door Zwemmer)”, zegt Hilde Palland (CDA), die aangeeft wat de status van de politieke discussie op dit moment is. “We hebben een debat op hoofdlijnen gehad, de uitvoering moet nog komen. Hoe we dit gaan implementeren hangt ook van de jurisprudentie af. Dat bepaalt mede de uitwerking van de wet- en regelgeving.”
Palland onderschrijft de uitgangspunten van Borstlap. “Er is een wirwar aan flexcontracten, gestuurd op (lagere) kosten. Er is een race naar de bodem gaande. Daar wil Borstlap een eind aan maken. En dat is goed. We moeten terug naar de basis; flex is mogelijk, maar wel binnen de rijbanen.”
Dat ‘flex duurder’ wordt is volgens Palland prima. “Flex moet ook duurder zijn.” Maar het probleem van flex zit dus niet bij detachering, stelt zij. “Gedetacheerden zijn minder kwetsbaar dan bij andere flexvormen.”
PvdA: ‘blijf weg bij uitzenden’
Gijs van Dijk (PvdA) zit vrijwel op één lijn met zijn CDA-collega. Ook hij hekelt de concurrentie op prijs op de arbeidsmarkt. “Wij willen een einde maken aan de uitdijende flex, waarbij steeds meer mensen (ook zzp’ers) moeilijk rondkomen. Die flexvormen willen we niet meer terugzien. Concurrentie op kwaliteit prima, concurrentie op prijs op de arbeidsmark niet.”
Van Dijk vindt net als Borstlap dat uitzenden moet worden beperkt tot ‘ziek en piek’. Als het aan de PvdA ligt wordt uitzenden dus hard aangepakt. “Het is nu een wild west. Uitzenden is te veel gericht op het drukken van de prijs (van arbeid). Daarin willen we komende tijd veel verbieden of veranderen.” Het advies van Van Dijk aan detacheerders is dan ook: “detacheerders kunnen beter wegblijven bij uitzenden. Detacheerders die echt expertise inbrengen, prima. Maar we moeten voorkomen dat detachering misbruikt wordt voor concurrentie aan de onderkant van de arbeidsmarkt. We willen dat detacheerders zich echt gaan gedragen als volwassen werkgevers. Het is nu nog een grijs gebied.” Net als Zwemmer ziet Van Dijk niets in een extra rijbaan voor detachering? “Dan ga je voorbij aan het uitgangspunt van Borstlap om het juist zo duidelijk en simpel mogelijk te houden.”
Eigen voorkeur contractvorm
Een kritische kanttekening kwam van Hugo-Jan Ruts. Steven van Weyenberg (D66) kon vanwege coronaquarantaine niet bij de discussiemiddag zijn. Daarom haalde Ruts het standpunt van D66 maar aan dat er ruimte moet zijn voor de eigen voorkeur bij contractvormen. Ruts: “De plannen van Borstlap gaan volledig voorbij aan de eigen wil der partijen en dus aan de behoefte van de werkende.”
Maar Johan Zwemmer is ook hierin heel strikt. “Geen partij-autonomie. Als je dat gaat doen, is het hek van de dam, dat werkt nieuwe constructies in de hand. Nederlandse ondernemers zijn heel creatief in het bedenken daarvan. D66 wil vooraf duidelijkheid, de overheid geeft een stempel en dan is het oké. Maar dat kan niet. Borstlap pleit voor achteraf beoordelen van de arbeidsrelatie. En zo moet het.”
Detachering als winnaar uit de discussie?
“Stikstofverantwoord 100 km per uur in rijbaan één. Zou dat een goede uitkomst zijn voor detacheerders?”, vroeg discussieleider Maarten Bouwhuis. “Prima”, antwoordde Maikel Pals. “Met de nodige aanpassingen moet dat lukken.”
Maar zover is het nog lang niet. Daarvoor is een ander wettelijk kader nodig (detacheren valt nu onder de WAADI), moeten we uitspraken van de Hoge Raad afwachten (jurisprudentie) en moet de politiek met nieuwe wetgeving komen.
Volgens Hilde Palland (CDA) is te veel haast niet gewenst: “We kunnen dit er niet even doorjassen. Daarvoor moet onder meer het arbeidsrecht worden aangepast. Ik zou ook liever eerst de jurisprudentie hierover willen afwachten.” Gijs van Dijk (PvdA) had graag gezien dat er al wel knopen zouden zijn doorgehakt: “Partijen zijn het over veel onderdelen eens, dus we zouden nu al maatregelen kunnen nemen. Ik hoopte dat dat ook zou gebeuren, mede door de coronacrisis. Maar jammer genoeg is de discussie nu onderdeel geworden van de formatie en inzet van de verkiezingen.” Detacheerders moeten dus geduld hebben. Maar als deze lijn wordt doorgevoerd en detachering inderdaad in rijbaan één komt, dan zou detacheren wel eens als grote winnaar uit de bus kunnen komen in de hele flexdiscussie. Ondertussen is het aan de VvDN om detacheren nog duidelijker onder de aandacht te brengen in Den Haag, weet Pals. “Detacheren is onder politici redelijk onbekend. In gesprekken wordt detachering de ene keer in een zin genoemd met uitzenden, de andere keer met payrolling. Dat is ook mede de reden geweest voor het oprichten van de VvDN. Als wij niet uitleggen wat detachering inhoudt, kunnen we ook niet verwachten dat degenen die wetgeving maken goede beslissingen nemen.” De VvDN is goed op weg. Want mede door hun inspanningen begint het besef ook in Den Haag door te dringen dat detacheren iets heel anders is dan uitzenden. Detacheren is juist een oplossing die voorziet in de behoefte aan flexibiliteit bij opdrachtgevers én werkzekerheid biedt aan werknemers door fatsoenlijke contracten en investering in hun duurzame inzetbaarheid en opleiding.
Op het YouTube kanaal van de VvDN (bereikbaar via het icoontje onder onze mails) is de gehele sessie in Nieuwspoort terug te zien.